Ga naar de inhoud

Ik draai me om en kijk naar het kleine mandje op de plank boven de wc-pot. Een mandje vol met kleine en grote tampons. Het volgende moment overvalt het me: een intens gevoel van verdriet. Tranen rollen over mijn wangen. ‘Wat als ik nooit meer ongesteld word vanaf nu.’ Ik betrapte mezelf op een gedachte waar ik even niet op voorbereid was. 

 

‘s Avonds in bed kruip ik tegen mijn man aan. De tranen blijven maar stromen. Hij trekt me dichter tegen zich aan en vraagt lief: ‘wat is er toch?’.

En dan komt er een waterval aan woorden die ik al tijden inhield. De tranen komen mee naar buiten. ‘Wat als ik nooit meer ongesteld word? Waarom ik? Wat als het nooit gaat lukken met onze kinderwens? Ik vind het soms zo oneerlijk dat jij al twee kinderen hebt. Waarom anderen wel, en wij niet? Waarom moet ik zo jong in de overgang zijn’? 

36 en in de overgang.. 
Voor het eerst komt het die avond echt binnen. Ik ben 36 jaar en in de overgang. En als ik de artsen mag geloven, al een flinke tijd. Zo’n geruime tijd zelfs dat veel dokters het in Nederland al niet meer aandurfden om samen met ons in een IVF-traject te stappen. Wat ik vijf jaar geleden nog niet wist, maar zo graag had willen weten, is dat je blijkbaar je bloed kunt laten testen op je eicelvoorraad en heel veel andere hormonen. Zo kunnen ze bepalen of, en hoever je in de overgang bent.

 

Oktober 2022 kreeg ik de uitslag van mijn bloedresultaten. Kort daarvoor hadden we een afspraak bij de fertiliteitsarts. Ik herinner me nog dat ik dacht: even testen en weer door. Er zal wel niets uitkomen, zoals zo vaak als ik bloed liet prikken omdat ik bijvoorbeeld wat vermoeider was dan anders. We hebben het gewoon nog niet goed genoeg geprobeerd, spookte steeds door mijn hoofd. Dat was ook wat ik hoorde van alle artsen die ik zag. Maar toch, toch twijfelde ik ook al langere tijd aan mijn eigen lichaam. Ik voelde me al een tijdje niet mezelf. 

Sinds ik gestopt ben met de pil, was mijn menstruatie ook een beetje ‘gek’. Het duurde 3 maanden voordat het weer een beetje op gang kwam. Op zich niet raar las ik en hoorde ik hier en daar, maar ik herkende ook mijn eigen menstruaties niet. Daarna werd het al snel weer regelmatig, de zorgen verdwenen naar de achtergrond.  

Tot er een jaar voorbijging en er opeens steeds meer tijd tussen mijn menstruaties zat. Ik begon me ook meer down te voelen, had nergens echt zin meer in (het was ook net coronatijd dus dat hielp ook niet mee), had soms helemaal geen energie en dan werd ik opeens twee dagen later weer ongesteld en begon de zon weer een beetje te schijnen. De weken daarna begon het weer van voren af aan.
Ik werd op van alles en nog wat geprikt, maar nergens kwam echt iets uit. Ik googelde zelf wel eens naar mijn symptomen, Google liet vrijwel meteen op positie 1 en 2 iets met de overgang zien. ‘Zie je wel’, dacht ik. ‘Ik ga het toch maar eens navragen.’ 

Maar dan was er altijd wel een arts die me verzekerde dat ik nog alle tijd had en dat alles er van binnen goed uitzag.

Wel kreeg ik diagnoses als slaapproblemen, burn-out, depressie en de ziekte van Pfeiffer. Een mooie cocktail van stempels, maar nergens voelde ik echt herkenning of het gevoel dat het ook klopte diep vanbinnen. 

 

En dat bleek dus ook een reden te hebben, want in oktober 2022 werd ik gebeld door de fertiliteitsarts. “Ik heb helaas geen goed nieuws voor je. Uit je bloed blijkt dat je eicelvoorraad sterk verminderd is. “We kunnen niets meer voor je betekenen.”

Bam! Dat was het dan. Ergens in een winkelcentrum in Noord-Holland waar ik mensen op straat aan het interviewen was voor m’n werk, zakte ik voor een Jumbo in elkaar. Ik kon het niet geloven, wat zei ze nou precies? Kon ze echt niets meer voor me doen? Verminderde eicelvoorraad, wat was dat dan? In de overgang dus, ik? Ik ben nog maar 35, dat kan toch niet? 

 

Heel lang wilde ik het niet geloven. En met mij, ook mijn man, (schoon)moeder, vriendinnen… De overgang, dat is toch iets van ‘oudere’ vrouwen? Ik herinner me nog dat mijn moeder mijn tante vroeg of ze weer eens een opvlieger had omdat haar op een verjaardag het zweet zomaar uitbrak en ze een mega rood hoofd kreeg. Had ik dat dan ook gehad? Had ik dat dan gemist? Ja, ik zat al een geruime tijd niet lekker in mijn vel maar ik ervaarde ook best wat stress. De opvliegers die ik dacht te voelen, voelden voor mij als kleine paniekmomentjes en dat leek me niet meer dan logisch in een hectische situatie.

Inmiddels ben ik 13 maanden verder. Voor mij is er een Jessika before de overgang en een Jessika na.
Het heeft me 13 maanden gekost om te accepteren dat ik dit nou eenmaal deze stempel draag. Dat ik niet mijn diagnose ben, maar het bij mij hoort. Net als mijn bruine krullen, mijn stevige bovenbenen of mijn sproetjes. Dat niet weten of je ooit nog ongesteld wordt erbij hoort, dat afwachten en hopen tot er misschien ooit nog een eitje springt, erbij hoort. Dat niet meer durven vertrouwen op je lichaam erbij hoort. Dat het voorstadium van botontkalking erbij hoort, het nemen van hormonen om me enigszins weer vrouw en mezelf te voelen. Het hoort er allemaal bij. 

 

Zoals je misschien wel leest, heb ik veel geworsteld en ook diep moeten gaan om te staan waar ik nu sta. Ik leerde ondertussen veel vrouwen kennen met hetzelfde lot en ik blijf me erover verbazen hoe sterk deze vrouwen zijn.  Hoeveel ze hebben moeten slikken, hoever ze gaan voor een eventuele kinderwens. 

Ik twijfelde dan ook geen seconde toen ik zag dat Djoeke, die ik al een tijdje volg omdat ik veel herkende in haar verhalen @journey_of_djoek, een oproep deed op Instagram voor haar blog. Ik vind het een superfijne gedachte dat vrouwen door middel van haar blog straks een platform hebben waar ze terecht kunnen en hopelijk herkenning vinden. Of geruststelling, hoop, het gevoel dat je er niet alleen voor staat. En ik hoop dat ik met mijn verhaal taboes doorbreek! Vanaf nu deel ik dan ook regelmatig over mijn leven in de overgang, de impact op jezelf(beeld), je relatie, je kinderwens en je omgeving.

 

 

Jessika 

 

* Foto’s Sacha IVfotografie