
Het leed dat overgeven heet.
Emetofobie oftewel overgeef-angst.
Voor veel mensen een onbekende angst maar voor mij iets wat een behoorlijk grote rol speelt in mijn leven. Zolang ik mij kan herinneren ben ik heel angstig als ik denk dat ik zelf of dat een ander, moet overgeven.
Hoe deze angst is ontstaan weet ik niet 100% zeker maar een vermoeden heb ik wel. Mijn moeder heeft altijd last gehad van migraine en werd eigenlijk bijna elke maand ziek. Ze lag dan een aantal dagen in een donkere kamer met zo min mogelijk prikkels als licht en geluid. Vaak ook met een emmer naast het bed. Je kunt het je vast wel voorstellen dat je als kind niet snapt wat migraine of overgeven is, waarom je moeder elke maand zo ziek is en moet overgeven. Ik denk dat de keren dat mijn moeder zo ziek was, onbewust zoveel impact op mij hebben gemaakt dat dit zich nu uit in emetofobie.
Wanneer ik aan mensen om mij heen vertel dat ik emetofobie heb, merk ik dat mensen die angst niet begrijpen en de mate van de angst onderschatten. Er wordt al gauw gezegd ‘ach ja maar niemand vindt overgeven fijn’.
Dat is ook zeker waar, maar tegelijkertijd voel ik me niet begrepen. Mijn angst gaat verder dan het niet fijn vinden om te moeten spugen, nee, mijn angst wordt ook fysiek. Ik begin te trillen, krijg hartkloppingen, begin te zweten en wil het liefst zo snel mogelijk weg uit deze situatie.

Als ik dan ook nog vertel dat ik als verpleegkundige in de thuiszorg werk volgen er dan ook vragen als ‘En jij werkt met je fobie in de zorg?!’ ‘Waarom kies je dan voor dit beroep?’
Alsof ik alleen maar zorg verleen aan mensen die de hele dag overgeven. Onzin natuurlijk.
In mijn werk kom ik natuurlijk bij zwakke en of zieke mensen. De kans dat ik te maken krijg met mensen die misselijk zijn of moeten overgeven is aanwezig. Ik heb het ook wel eens meegemaakt maar, eerlijk, ik moet zeggen dat ik niet de beste zuster ben om aan je bed te hebben als je moet overgeven!
Ik bevries gelukkig niet en ben in staat om een emmer bij diegene neer te zetten maar meer dan dat lukt mij gewoon niet. Dit zijn onvoorziene situaties waarbij ik ineens face to face kom te staan met mijn angst. Deze situaties kan ik niet ontlopen.
Een situatie die ik wel bewust ontloop is het plaatsen van een sonde. Dit is een verpleegtechnische handeling die alleen door een verpleegkundige uitgevoerd mag worden. Deze handeling gaat gepaard met heel wat kokhalsreflexen die natuurlijk kunnen leiden tot overgeven.
Ja, nee, sorry maar dat trek ik echt niet! Dan kan ik soms echt wel denken ‘waarom heb ik gekozen voor dit beroep’.
Wanneer ik weet dat ik bijvoorbeeld maandag een sonde moet vervangen zit ik al dagen ervoor te stressen thuis, slaap ik slecht en wil ik mij het liefst ziekmelden van werk zodat ik het niet hoef te doen. Ik doe er letterlijk alles aan om de uitvoering van deze handeling te ontlopen. Inmiddels weten mijn collega’s van mijn angst. Als er een sondewissel gedaan moet worden vraag ik of ik het samen met iemand kan doen. Door samen heen te gaan en eerst mee te kijken probeer ik een soort rust bij mezelf te creëren in de hoop dat ik later het vertrouwen krijg dat ik ooit zelf een sonde kan plaatsen.

‘Maar hoe uit emetofobie zich in het dagelijks leven bij jou’? En wat vind je erger; om zelf over te geven of als een ander persoon moet overgeven??’. Hele logische vragen.
Beide situaties vind ik even erg en zijn echt mijn grootste nachtmerrie.
Door mijn emetofobie ben ik bijvoorbeeld heel alert op de houdbaarheidsdatum van eten. Is het over datum? Of twijfel ik of iets gaar is. HELL NO dat ik het ga eten! Maar ook als het anders ruikt of eruitziet dan hoe ik het gewend ben, gooi ik het weg en durf ik het niet te eten. Door dit te doen hoop ik te voorkomen dat ik van eten buikpijn kan gaan krijgen.
Buikpijn na het eten betekent in mijn brein namelijk: voedselvergiftiging en dus overgeven. Hierdoor durf ik bijvoorbeeld ook niet naar een ver land bijvoorbeeld Bali vanwege het bekende Bali-belly. Maar mijn angst gaat verder dan dwangmatig bezig zijn met de houdbaarheid van eten. Wanneer mensen om mij heen aangeven dat ze buikpijn hebben of misselijk zijn wil ik het liefst zo snel mogelijk weg. Ik bedenk smoesjes om naar huis te gaan of ik neem afstand van diegene. Als mijn moeder weer een migraineaanval had en moest overgeven sliep ik niet thuis totdat mijn moeder beter was. Tussendoor bracht ik wel boodschappen naar mijn moeder maar dan had ik wel oordoppen in om het geluid van het overgeven niet te horen.
Ook ga ik door mijn angst niet met het OV naar Groningen om een avondje te stappen. Dit omdat ik weet dat ik in die vreselijke nachtbus naar huis moet, waar iedereen bezopen is en de kans op overgevende mensen groot is. ‘A no go for me’. Mocht ik geen andere keuze hebben… oordopjes to the rescue.
Kortgeleden is het voorgekomen dat ik zelf moest overgeven. Na een avondje stappen werd ik de volgende dag wakker en voelde ik me hondsberoerd, iets met wijn en shotjes…oeps!
Ik merkte dat ik misselijk was, hierdoor werd ik angstig en door die angst werd ik nog misselijker. Mijn vriend had die dag een surprise date gepland dus ik dacht ’s avonds een meid, ’s ochtends een meid. Nou niet dus. De combinatie van al beroerd zijn en met mijn wagenziekte zorgde ervoor dat ik me in de auto steeds slechter begon te voelen.

Ik merkte dat mijn lichaam strak stond van angst en het niet lukte om te spugen. In mijn hoofd stelde ik mezelf gerust door te zeggen dat dit een natuurlijke reactie is van mijn lichaam en dat ik mij vast beter zou voelen als ik me er wel aan overgeef. Haha leuke woordgrap. En inderdaad, later lukte het wel en ik voelde me daadwerkelijk beter. Gek genoeg was ik zelfs trots op mezelf dat ik heb kunnen spugen en het me achteraf meeviel.
Wanneer ik nu misselijk of bang ben om te moeten spugen, probeer ik te denken aan deze situatie.
Mocht jij ook last hebben van emetofobie: je bent niet alleen en je overdrijft niet. Probeer je te realiseren dat de angst geen controle heeft over jou, maar jij wel controle hebt over de angst en ook hoe je ermee omgaat.
Tessa